zondag 2 september 2018

Zomervakantie Mechelen Zuid Limburg Juli 2018

Dit jaar reisde we weer af naar ons geliefde Mechelen - Zuid Limburg.
Het landschap blijft ons toch elke weer boeien.
Ook nu weer leuke waarnemingen mogen doen ondanks de vreselijke hitte.
Zelfs een nieuwe soort voor ons mogen ontdekken.
Het grootste gedeelte van de vakantie was dit keer op de fiets maar af en toe toch even met de auto erop uit.
Bij de ENCI groeve hadden wij onze auto neer gezet om daar te gaan wandelen door de bossen en het mooie landschap.
Hier kijken wij uit naar L'Auberge (Château Neercanne).
Alles stond lekker in bloei.

De distel waren ook goed vertegenwoordigd en altijd een dankbaar onderwerp voor de camera.


Wilde peen (Daucus carota),
ook wel vogelnestje genoemd, is een plant uit de schermbloemenfamilie (Umbelliferae of Apiaceae). De plant komt algemeen voor in de Benelux.







Dit hommeltje was lekker bezig. Maakte zich helemaal niet druk om die man met de camera.

Het was zomer en dat hebben we geweten ook.
Eigenlijk was het gekke werk om op het heetst van de dag vlinders en libelles te gaan zoeken.
Maar ja, stil zitten kunnen we ook niet.


Enzio was ontzettend blij dat de Geul niet opgedroogd was. 
Dus die moest even snorkelen en liters water naar binnen werken.

En dan baas staat daar te verdampen om hem te koelen.

Maar het leverde wel weer iets op.
Voor ons een nieuwe vlindersoort.


Gele luzernevlinder

Een stille hoop had ik dat we een Veengeeltje zouden vinden maar dit is toch ook wel erg mooi.

De gele luzernevlinder (Colias hyale) is een dagvlinder uit de familie witjes (Pieridae).
Kenmerkend voor deze soort is de witte acht (8) op de onderkant van de achtervleugel.
De onderste cirkel van de '8' is veel groter dan de bovenste.
De voorvleugel heeft een uitgestrekte zwarte punt met een geel raster.

Deze Wants is altijd wel grappig om te zien. Aparte beestjes blijven.

Weekschildkever
Vraag me niet welke variant het daarin is dus dan maar een algemene naam.

Zo al eerder is gezegd "het was warm, erg warm".
Zelfs de koeien begonnen bijna te zwemmen.


Langs de kant van boerenweggetjes vindt je heel erg veel spinnenraggen.
Neem eens rustig de tijd om te kijken wat er in die trechtervormige webben zit.

Gewone doolhofspin
De gewone doolhofspin (Agelena labyrinthica) is een spinnensoort uit de familie trechterspinnen (Agelenidae).
De vrouwtjes worden 8 tot 12 mm groot, de mannetjes worden 8 tot 9 mm. De spin is meestal te vinden in dichte begroeiing bij zonnige bosranden. De doolhofspin creëert enorme trechterwebben tussen gras of lage vegetatie.

Nu hebben wij het niet zo op spinnen dus het was grensverleggend.
Maar wel een leuk resultaat.

Op het programma stond nog altijd de Muurhagedis (Podarcis muralis).
Mijn broer Willem Pompert had ons verteld waar we die konden vinden.
En ja, ze zijn wel erg leuk en bijzonder mooi om te zien.
Dus een hoop foto's want we konden niet ophouden met foto's maken.













De muurhagedis (Podarcis muralis) is in Europa de bekendste vertegenwoordiger uit de familie echte hagedissen (Lacertidae).
De hagedis heeft een meestal bruine kleur, een lang en plat lichaam en een lange staart.
De hagedis komt in een groot deel van Europa voor, ook in België en Nederland.
De naam muurhagedis refereert aan de voorkeur voor muren en steenhopen als habitat.
Ook de aanduiding in andere talen en de wetenschappelijke soortnaam met de soortaanduiding muralis verwijst hiernaar.
De muurhagedis bereikt een lengte van ongeveer 15 tot 20 centimeter en wordt maximaal 22 cm lang.[1] Het lichaam en de kop zijn sterk afgeplat, de poten en tenen zijn relatief lang, de tenen zijn voorzien van scherpe klauwtjes.
De lange en relatief dunne staart beslaat ongeveer 60 tot 200 procent van de kopromplengte als deze niet is afgeworpen.
De muurhagedis kent net als andere hagedissen caudale autotomie; het afwerpen van de staart als deze wordt beetgepakt.
De staart groeit weer aan maar is korter en donkerder dan de originele staart.